Helden van Haarlem

Tragische sportheld

Sinds 1972 ontvangen de Sportvrouw en -man van het jaar de bronzen ‘Jaap Eden Trofee’. Ook de IJsbaan in Amsterdam draagt zijn naam, er is een officiële herdenkingsmunt voor hem geslagen en er zijn straten naar hem vernoemd in onder meer Haarlem, Amsterdam, Weesp en Gouda. Dit alles om de man te eren die het eind negentiende eeuw presteerde meerdere wereldtitels op zijn naam te zetten, als schaatser én als wielrenner. Daarmee was Jaap Eden de eerste echte nationale sportheld. Maar dan wel een tragische held.

Had Jaap Eden in deze tijd geleefd, dan was hij zonder twijfel een veelbesproken persoon geweest bij de roddelpers en aan talkshowtafels. Want het is een understatement om te zeggen Eden niet bepaald leefde voor zijn sport. Zo gaan er verhalen dat hij, hangend vanuit het raam van zijn hotelkamer, de sportpers te woord stond en liet weten de training over te slaan, daarna een dikke rookwolk van zijn sigaar uitblazend. Onder meer sportpionier Pim Mulier sprak hier zijn zorgen over uit: “Jaap heeft goed getraind, doch leeft niet bedaard genoeg en heeft voortdurend een kolossale sigaar in zijn mond.” Ook genoot Eden graag van drank én van vrouwelijk schoon. Zo omringde hij zich in zijn tijd als wielrenner in Parijs veelvuldig met ‘dames van een bepaald slag’.

Scheve schaats
Exemplarisch voor zowel de levensgenieter als de sportkampioen Eden is zijn deelname aan het EK schaatsen van 1894 in Noorwegen. Eden verschijnt niet aan de start van de 500 en de 1.500 meter, omdat hij in het Victoria Hotel in Hamar een Noors kamermeisje heeft ontmoet en er de voorkeur aan geeft met haar ’tijd door te brengen’. Deze Frederike Norseng, dochter van de Noorse schaatser Olaf Norseng, overtuigt Eden er van om wel aan de start van de 5.000 meter te verschijnen. Op de allround-titel kan Eden uiteraard geen aanspraak meer maken, maar de 5 kilometer wint hij met groot gemak. Daarbij verpulvert hij het kersverse wereldrecord dusdanig, dat verschillende verslaggevers suggereren dat Eden een ronde te weinig heeft gereden. Het zal zeventien jaar duren voor iemand zijn tijd van 8.37,60 verbetert.

Snel en beresterk
Jaap Eden is overigens, net als Pim Mulier, geen geboren Haarlemmer. Zijn wieg staat in Groningen, waar zijn moeder echter kort na de bevalling overlijdt. Zijn vader, gymnastiekleraar aan de HBS in Groningen, kan niet alleen voor hem zorgen. Daarom gaat de jonge Jaap bij zijn grootouders wonen, die eigenaar zijn van hotel Velserend in Santpoort. Hij klautert tegen de muren van de ruïne van Brederode op, speelt en sport in de Kennemerduinen en voetbalt korte tijd bij HFC Haarlem. Eden groeit uit tot een snelle en beresterke jongen, die op zijn 15e wordt ontdekt door schaatser en wielrenner Klaas Pander, zijn latere trainer. Pander schrijft in een brief aan tijdsgenoot Pim Mulier: “Zoals die jongen rijdt heb je waarlijk nog nooit gezien. Hij vliegt over het ijs alsof het hem geen moeite kost.”

Wereldtitels
Dat Jaap Eden een enorm sporttalent was, staat buiten kijf. In 1893 legt hij als 19-jarige beslag op zijn eerste wereldtitel bij de WK Allround. Een kunststukje dat hij in 1895 én in 1896 herhaalt. En toen had Eden, die het winterse schaatsen combineerde met wielrennen in de zomer, ook zijn eerste successen op de fiets al behaald. In 1893 werd hij Nederlands kampioen op de weg. Een jaar later prolongeerde hij deze titel en wist hij Wereldkampioen te worden op de 10 kilometer. In 1895 wordt hij wederom Wereldkampioen, nu op de sprint.

Bergafwaarts
Daarna gaat het snel bergafwaarts met Eden. Hij richt zich daarbij volledig op het wielrennen, omdat hij daar (meer) geld mee kan verdienen. Diverse bedrijven, waaronder sigaren-, chocolade- en jenevermerken, strikken Eden daarbij tegen betaling als hun boegbeeld. Het levert Eden een voor die tijd riant inkomen op van naar verluidt 40.000 gulden per jaar. Het geld vliegt er echter net zo hard weer uit, zeker daar er voldoende mensen in zijn omgeving zijn die Eden daar graag bij helpen. Wanneer zijn lichaam en fysiek vervolgens achteruitgaan als gevolg van deze losbandige levensstijl, en de prestaties dus uitblijven, is het gedaan met de grote sportheld. Een derde plaats op het NK sprint in 1902 is zijn laatste noemenswaardige wapenfeit en in 1915 stopt Eden er mee, uitgeput en berooid.

‘Een bruikbaar mensch’
Zijn sportvrienden kunnen het niet aanzien en doen hun best Eden te helpen. Door een baantje voor hem te regelen bijvoorbeeld, maar dat wordt eigenlijk nergens een succes. Door een benefietavond te organiseren, zodat Eden en zijn vrouw een sigarenzaak in de Tempeliersstraat kunnen kopen. Door hem op te laten nemen in een ontwenningskliniek om hem van zijn alcoholverslaving af te helpen. En door publieke publicaties als deze, uit De Revue der Sporten in 1922: “En daarom kom ik ook met de simpele vraag tot de Nederlandsche sport-wereld, dezen kring, welke zooveel invloedrijke mannen telt: wie kan en wie wil Jaap Eden steunen? Gij, die iets voor hem doen kunt, gij, die dus in staat zijt, van Eden weer een bruikbaar mensch in deze samenleving te maken, schrijft mij!”

Grafmonument
Het mag allemaal niet baten. Ook zijn huwelijk met de Haarlemse handwerkster Louise Prinsen in 1914 en de geboorte van zijn zoon Jaap jr. lijken hem geen levensvreugd te brengen. Zijn medailles en trofeeën heeft hij bijna allemaal verkocht. De sportheld van weleer is een beklagenswaardig figuur geworden, die zich als een zwerver door de Haarlemse straten (en kroegen) begeeft. Op 2 februari 1925 overlijdt Jaap Eden, slechts 51 jaar oud. Wat resteert aan eremetaal wordt door de nabestaanden verkocht om de begrafenis te bekostigen. Een aantal jaar later wordt er, op initiatief van sportjournalist Leo Lauer, geld ingezameld om een grafmonument op te richten. Zodoende wordt Jaap Eden herbegraven aan de Algemene Begraafplaats aan de Kleverlaan. Daar is het monument nog altijd te zien, met daarop afgebeeld Jaap Eden zoals de mensen hem het liefste zagen: als sportheld.

Meer lezen? In 2006 verscheen de biografie Jaap Eden (1996) – wereldkampioen op de schaats, wereldkampioen op de fiets (auteur: Maarten Moll) en in 2018 het geromantiseerde levensverhaal Jaap, een wondermens als vader (auteur: Daniel Rewijk).

Tekst: Johan Tempelaar

De Société Pim Mulier eert Haarlemse sporthelden en ondersteunt jonge, talentvolle sporters. Aan de gevel van het Kennemer Sportcenter is de eregalerij ‘Helden van Haarlem’ gerealiseerd, met sporters die op het hoogste niveau actief zijn geweest en in hun tak van sport een grootse prestatie hebben geleverd. In elk nummer van de Haarlemste Stadsglossy HRLM wordt één van deze helden belicht. Bovenstaand artikel verscheen in de zomereditie 2021 van de HRLM.